Instagrammable hotspot

Hi sterke vrouw!

Daar ben ik weer met een nieuwe blog. Tussen alle activiteiten door plan ik vrijwel altijd een momentje voor mijzelf. Voor de mensen die mij volgen op mijn Facebook pagina, groep of Instagram denken wellicht anders maar het is echt zo! Ik gebruik die momenten om even bij te tanken met een goed boek of ik gebruik de tijd om te werken aan mijn social media accounts. Dat is al een baan op zich want wij zijn met z’n allen zo veeleisend geworden. Voordat ik op pad ga weet ik vooral in Rotterdam, Den Haag of Amsterdam vrijwel altijd waar ik een tussenstop kan maken en voor de overige steden waar ik kom doe ik meestal een beroep op mijn netwerk #sorrynotsosorry. Ik denk dat ik na mijn moederschap vanaf mijn 28echt begon met het drinken van koffie. Ik vind dat zelf best laat! Daarvoor probeerde ik het ook weleens maar dan dronk ik het vooral uit survivalmode vanwege een aankomend tentamen met 3 of 4 klontjes suiker. Inmiddels geniet ik ervan en is het echt een momentje op de dag. Ik zoek dan ook altijd naar restaurants en cafés waar gezinnen verwelkomt worden. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een speelhoekje zijn maar ook een voedingshoek (dit gebeurt steeds vaker, yay!) of verschoontafel. Dan weet ik in ieder geval dat het personeel er niet van schrikt als de kleine ontdekker ineens gilt. Nu ik erover nadenk merk ik gek genoeg dat hij dit de laatste tijd vaker doet dan als baby. Uitdagingsdrang of zoiets.

Hij bestaat al een tijdje maar mijn nieuwste favoriet is Amada (breakfast – lunch – koffie) met name omdat mijn zoontje het hier wel heel lang uithoudt. Je zou misschien denken dat het door de schommel komt maar ik denk dat hij het gehele interieur leuk vindt (kind van zijn moeder), zo hing hij graag in de loungehoek en daarna weer voor de fruitmand. Kinderen houden ervan om geprikkeld te worden en dat vindt je zeker in het prachtige Amada, met leuke teksten op de bakstenen muur zoals: ‘I can’t Espresso how much you bean to me’. Ja, ik vind dat echt ge-wel-dig. Het liefst neem ik heel die muur mee naar huis. Of ‘one coffee doesn’t make us friends!…maybe two’. Ik kan er geen genoeg van krijgen.

Wij hebben heerlijke natural pancakes besteld, biologische appelsap van het merk Schulp en natuurlijk een biologisch kopje koffie! Niet alleen is de Zuid-Afrikaanse bijzonder aromatisch maar de branderij gebruikt een marge van de winst om de leefomstandigheden van de telers te verbeteren.  Persoonlijk let ik steeds vaker op de merken en producten die ik gebruik, elke stap naar een duurzaam bestaan helpt onze wereld net iets mooier te maken.

Tip: je kunt er een Italiaanse selfieccino bestellen, het is namelijk de eerste Nederlandse café waarbij een selfie in je cappuccino kunt krijgen! Super instagrammable natuurlijk! 

Een laatste tip die ik wil delen is als je op pad gaat dat je alles planned rondom de activiteiten die je wil doen. Kort nadat wij bij Amada waren zijn wij lekker in de stad wezen winkelen want de kleine ontdekker had al het gevoel dat hij er een uitje op had zitten. Hoe fijn is dat?! Vanwege de centrale ligging kun je natuurlijk ook als bezienswaardigheid naar de Kubuswoningen of de Markthal. Het komt allemaal neer op het maken van een goede planning! 

Adres Amada:

Hoogstraat 36

3011 PR Rotterdam

 

Heb je nog vragen of opmerkingen of wil je gewoon een kopje koffie drinken, je kunt mij bereiken via:

E-mail: mirjam.aasgedon@gmail.com 

Facebook: https://www.facebook.com/kleineontdekker/

Instagram: https://www.instagram.com/dekleineontdekker/

Mirror Infinityroom

Hallo

Omdat dit mijn eerste blog is voor Vrouw op eigen benen zal ik mijzelf voorstellen.  Mijn naam is Mirjam en ik ben onlangs een pagina begonnen waar ik over de door ons bezochte kunstinstellingen schrijf. Dit doe ik niet alleen, maar meestal met mijn kleine ontdekker (en soms mijn man) struinen wij de allerleukste musea af! 

Yayoi Kusama:

Zo zijn wij onlangs naar de tentoonstelling van de Japanse kunstenares Yayoi Kusama geweest. Mogelijk heb je haar ‘Mirror Infinityroom’ nog voor de sluiting van museum Boijmans van Beuningen kunnen zien. Als dat niet gelukt is, wees niet getreurd. Op 22 maart 2019 werd Yayoi Kusama 90 jaar en museum Voorlinden viert tot en met 1 september door een tentoonstelling vol met haar iconische kunstwerken. Daar zijn wij natuurlijk naartoe gegaan. Al vrij snel na binnenkomst riep de kleine ontdekker: kijk, een pompoen met stippeltjes! Ik sta soms versteld van hoe goed hij een kunstwerk kan beschrijven want dat was precies wat het is. Al ruim 50 jaar komen stippen terug in al haar werken, want hiermee overwint zij haar angsten. Yayoi heeft namelijk sinds haar jeugd last van psychoses en door die stippels creëert zij een zichtbare oneindigheid. Hoe zij kunst als het ultieme remedie tegen haar angsten inzet bewonder ik enorm.

Als je naar museum Voorlinden gaat adviseer ik je om meteen een tijdslot te halen voor de ‘Infinity Mirror Room Gleaming Lights of the Souls’. Je waant je 45 seconden in een magische ruimte. Het is een intieme kamer met honderden lampjes die je met maximum 2 personen tegelijk mag betreden. Ik kan je vertellen dat de kleine ontdekker zich geen moment heeft verroerd, volledig onder de indruk hield hij de van kleur veranderende lampjes nauwlettend in de gaten. Wat een geluksmomentje. Kunst is echt voor iedereen. 

Wil je graag op de hoogte blijven van kunstzinnige activiteiten? Volg ons dan op:

www.facebook.com/kleineontdekker
www.instagram.com/dekleineontdekker

Foto: museum Boijmans van Beuningen

Surfen of verzuipen

De surfvibe van Canggu is één van de dingen die we erg kunnen waarderen. Een stoere babe of dude op een brommer met bord aan de zijkant voorbij zien rijden, gaat nooit vervelen. We neuzen graag door surfwinkels en ik heb al echt een heel tof wetsuitje op het oog. Kortom: Nick heeft niet voor niks z’n haren lang laten groeien, het wereldje spreekt ons erg aan.

Bart en Amber, zusje van Nick en haar vriend, komen naar Bali, super tof! We hebben nog geen familie op bezoek gehad en kijken uit naar hun komst. We spreken af bij ons favoriete ontbijttentje Motion, zij serveren zulke mooie zoete aardappelwafels met fruit dat je er een beetje van moet huilen. Een half uur te laat komen ze op hun net gehuurde brommer redelijk gedesoriënteerd aanrijden. Canggu heeft namelijk veel kleine straatjes, alles lijkt op elkaar, regelmatig loopt er zomaar één dood en de befaamde shortcut vind ik al helemaal vreselijk. Dit is de enige weg die twee delen van Canggu met elkaar verbindt en dat gezegd hebbende zou je verwachten dat er goed nagedacht is over een degelijke constructie. Brommers kunnen inderdaad zonder problemen over de shortcut, ook één auto gaat prima. Een auto en een brommer wordt echter al uitkijken voor beide partijen en er gaat echt een dik alarm af als twee auto’s elkaar willen passeren. Het komt dus regelmatig voor dat zowel verkeer van links als rechts niet meer kan rijden en gewoon naar elkaar gaat staan toeteren en stilstaan. De ene dappere brommer die er zó genoeg van heeft en de gok neemt om gewoon te rijden, neemt ook een groot risico uit de rijstvelden gevist te moeten worden (tip: check google “shortcut Canggu”). Je kan je de paniek en verwarring voorstellen als je net op je vers gehuurde Scoopy bent gestapt.

Iedereen blijft veilig op de weg en na het ontbijt spreken we af bij Old mans’. Wie kiezen, uiteraard zonder research te hebben gedaan, één van de 25 surfschooltjes uit, hijsen ons in wetsuits en krijgen een bord op het strand toegewezen. Surfen is cool maar doen alsof je peddelt en daarna op je bord springen op het zand tussen de handdoeken en de strandbedjes, is minder stoer. En dit lukte me trouwens niet eens. De Balinese surfmeneer bleef stug volhouden dat mijn linkerbeen voor op het bord moet. Na best wat snowboardlessen met mijn rechterbeen voor, voelde dit voor mij zeer onnatuurlijk. Nick was echter lekker aan het nep peddelen en siste: “Doe nou niet zo eigenwijs en gewoon eens wat hij zegt…”. Dus na nog wat individuele bijles zandsurfen had de leraar er genoeg vertrouwen in en nam ook mij mee het open water op, voor de zekerheid wel onder zijn hoede.

Alle vier kregen we onze privéleraar, heel fijn maar daardoor verloren we elkaar wel redelijk snel uit het oog. Met nog zo’n 300 andere beginnend surfers zag de zee er vrij druk en onoverzichtelijk uit. Maar goed, we gaan ervoor. Bord vast aan rechterpootje en hop de zee in. De golven die fijn zijn om op te surfen lijken nu wel erg ver weg, ik ben na 5 minuten peddelen eerlijk gezegd al redelijk buiten adem. Ook de tactiek om over een ongeschikte golf te komen door een soort push-up op het bord te doen, heb ik niet meteen onder de knie. Kortom: het duurt even voor ik aangekomen ben bij de geschikte golflijn. “Are you ready El…?” hoor ik van achteren en terwijl ik anders denk, roep ik hard en vol zelfvertrouwen “Yes!” terug. Ik begin met peddelen, rechterbeen op het bord, hupje, linkerbeen naar voren en….. wiebelend, half gebogen – half staand plons ik eigenlijk meteen de zee weer in. Bord zoeken, bikini tussen billen uitvissen en koers zetten richting surfleraar. Leuke eerste poging, geeft hij aan. De tweede keer moet ik erop letten langzamer op te staan en mijn lichaam laag te houden. Ok klinkt makkelijk, moet te doen zijn! Ja, weer een geschikte golf: peddelen, peddelen, langzaam, laag blijven en wel potverdorie verhip! Ik sta! Cool blijf ik meerdere meters staan, om mij heen kijkend naar de stumpers die van hun bord vallen. “Wooooehooooeeee”  hoor ik mijn enthousiaste leraar achter mij brullen.

Vanaf dat moment heb ik het echt te pakken, ik pak de ene na de andere golf  en surf zelfs een keer bijna het strand op. Dit was echter niet zo handig aangezien de stroming daar erg sterk was en ik daarna de grootste moeite had enigszins elegant uit zee te komen. Korte pauze, watertje drinken en daarna krijg ik een moeilijker bord om bochtjes maken te oefenen. Maar waar is de rest eigenlijk? Ik pak nog een golf en speur alle vermoeide surfkopjes af. Eej daar zie ik zowaar Bart een stuk staan op zijn bord, Amber is in geen velden of wegen te bekennen en uiteindelijk spot ik Nick verwoed peddelend zijn lange surfhaar uit zijn gezicht vegend. Ik zie hem veel op zijn bord zitten en weinig staan, maar hij houdt dapper vol. Als ik later op het strand aan hem vraag hoe het gegaan is, antwoordt hij: “Goed, veel mooie billen in stringbikini gezien”.

Elke Hofmans

www.reisbloggers.com

insta:@reisbloggers

De heilige koeien van Indonesië

Bali heeft voor mij hét perfecte klimaat. Elke dag is het rond de 28 graden, aangevuld door een verkoelend maar zeker niet té hard eilandbriesje. Toch merken we dat we hier weinig te voet doen, zelfs bij deze ideale temperaturen ontwikkel ik verbazingwekkend snel een rood hoofd compleet met zweetdruppels op de bovenlip. Dus waar we voorheen heerlijk door Eindhoven konden slenteren, van koffietentje naar restaurantje, hebben we hier een nieuw favoriet vervoersmiddel gevonden: de heilige koeien van Indonesië oftewel de brommer.  

De Balinese wegen kunnen het beste vergeleken worden met een skipiste

Brommer rijden in Indonesië vereist heel wat extreme skills, niet of nauwelijks te vergelijken met de bijzondere verrichtingen in westerse landen. De Balinese wegen kunnen het beste vergeleken worden met een skipiste. Alle wintersportliefhebbers hebben zich wel eens in bochten moeten wringen door een plotselinge voorganger op een zwarte piste. Deze skiër heeft de steilheid van de berg toch wel onderschat en heeft daardoor de gehele breedte hiervan nodig, zigzaggend en in pizzapunt af te leggen. De ogen zijn gericht op de dalafdaling en het hoofd zit al in de après-ski bar; de achterligger past zich maar aan.  

Zo ook het verkeer op Bali: alle weggebruikers zijn verantwoordelijk voor hun eigen af te leggen pad, alles en iedereen van achteren is ondergeschikt. In Nederland ben je natuurlijk ook de klos als je achterop een brommer knalt maar met als groot verschil dat dit daar niet de enige geldende regel is; verkeersborden, stoplichten, voorrangswegen en vooral mensen die zich hieraan houden, zorgen voor een redelijk veilige omgeving. Zo niet op Bali. Er worden her en der wel wat pogingen gedaan; Canggu heeft 2 stoplichten en op echt drukke kruisingen staan een soort van politieagenten agressief te fluiten. En oh ja, er wordt aan de linkerkant van de weg gereden. Mijn uiterst logische vervolgvraag “Heeft links dan ook voorrang?” was toch niet zo simpel te beantwoorden. Niemand en iedereen heeft voorrang, ook hier weer: ieder voor zich. De kunst is dus je goed te concentreren op de brommers om je heen. Hiermee kunnen namelijk verschillende dingen aan de hand zijn:

  • Voorganger slaat (vrij plotseling) af, uiteraard zonder naar achteren te kijken of dit wel een veilig moment is.
  • Knipperlicht staat (al een tijdje) aan. Voorganger kan nog een flinke periode zijn weg vervolgen, óf slaat uiteindelijk toch nog af. Grote kans dat het knipperlicht gewoon vergeten is.
  • Je wordt links ingehaald. Huh, maar we rijden toch links, dan is het toch rechts inhalen? Nee hoor, brommers komen van alle kanten.
  • Help een spookrijder! Helaas geen uitzondering. Want als je bestemming aan de verkeerde kant van de weg is,  dan is daar rijden toch zeker ook net zo praktisch.
  • De stoep wordt ingezet. De straten van Bali zijn in de stadjes zelf vrij klein en heel druk,  weinig plek dus voor brommers om in te halen. Zonde om de lege bestrating naast de weg niet te gebruiken, ook als deze niet leeg is trouwens.

Maar hoe past de auto dan in dit hele verhaal? Ten eerste zijn deze ver in de minderheid. De auto is zeer onpraktisch, er zijn bijna geen parkeerplaatsen en de gemiddelde reis duurt met de auto zeker drie keer zo lang. Er is ook maar één manier om op een weg in te voegen, aangezien geen één brommer aan een auto voorrang gaat verlenen. De truc is uiterst langzaam – lees stapvoets – de neus van de auto in de gewenste richting sturen. Alle brommers en zeldzame fietsen zullen natuurlijk gewoon in een boog om de auto heen rijden, tot het moment dat deze echt pal op de weg staat en deze volledig blokkeert. De eerst aankomende brommer vloekt een keer in zichzelf maar zal moeten stoppen. De auto heeft nu zijn plekje veroverd en kan met een slakkengang zijn weg vervolgen. Want… hier op Bali zullen deze verkeersdeelnemers altijd ondervertegenwoordigd én ondergeschikt blijven, alle kriskrassende heilige koeien van Indonesië hebben te allen tijde voorrang!

Elke Hofmans
www.reisbloggers.com
insta:@reisbloggers


De yogales

Vriend en ik doen veel dingen in een andere volgorde dan gebruikelijk: op Bali voor het eerst samen naar de bioscoop, beginnen met samenwonen aan de andere kant van de wereld of tijdens onze wereldreis onze eerste gezamenlijk vlieguren maken. Zo ook de yogales. In Nederland gaat de vrouw, uiteraard vaak met vriendinnen, zelf al jaren op dinsdagavond naar yoga. Heerlijk ontspannend, de juf is zo aardig en welnee je hoeft écht niet zo lenig te zijn! Waarschijnlijk zal na deze uiteenzetting van stuk voor stuk goede punten weinig Nederlandse vent erop uit gaan om een hip yogamatje te scoren, zijn haar in een knotje te doen en zich per direct inschrijven bij de eerste de beste yogaschool.

Onder begeleiding van haar elf-achtige geluid zou zelfs Bert Visscher tot rust komen

Zo niet bij ons. Nick zat 3 maanden zonder mij op Bali en is yoga zelf, volledig uit eigen wil, gaan ontdekken. Ok, het lokaal zit boven een fitnesshonk – verzamelplaats voor mannelijk testosteron – dus de stap was relatief makkelijk gemaakt. De eerste week van mijn verblijf op Bali werd ik door vriendlief enthousiast naar alle eerder ontdekte plekjes gebracht (dit waren in verhouding verbazingwekkend veel eettentjes, maar daarover later meer). Zo ook Oddyssey, de fitness/ yogaschool die als treffende slogan heeft: “Go both ways”.  Ik werd voorgesteld aan de lieve yoga juf Erin (oeps, sorry voor de mis-boks) met de meest ontspannende stem die ik ooit gehoord heb. Onder begeleiding van haar elf-achtige geluid zou zelfs Bert Visscher tot rust komen.

Daar lig ik dan, uitkijkend naar mijn eerste yoga les op een langwerpig, rond kussen. Dit heet een bolster en op dat moment ben ik gelukkig nog niet op de hoogte van het feit dat dit voorwerp in de toekomst meerdere keren mijn leven gaat redden. Verdere benodigdheden: yogamatje, kussen met vertrouwde vorm van de bank thuis en blokken. Blokken? Waarvoor zijn die dan nodig? Ook dat zal later pijnlijk duidelijk worden. Ik kijk om heen en zie dat het klasje bestaat uit verschillende yogaliefhebbers:

  1. Vrouw op wereldreis die, zoals hierboven beschreven, al jaren aan yoga doet. Legging en topje matchen, BH schittert door afwezigheid. Volledig zen zweeft ze het lokaal binnen, glimlacht naar de andere vrouwen en vlijt zich op haar matje neer.
  2. De open – minded reiziger. Gehuld in doorsnee sportkleren of de herkenbare olifantenbroek. Staat, zoals de naam al zegt, open voor nieuwe ervaringen. Wil thuiskomen met voldoende verhalen en heeft zich met dit doel ingeschreven voor de proefles.
  3. De teacher (niet te verwarren met de yoga juf). Deze persoon kan mannelijk of vrouwelijk zijn en heeft in Ubud (het yoga Mekka van Bali) de teacher training doorlopen. Sterk in alle poses, zélfs in het huppen naar de handstand.
  4. De koppels. Samen uit samen thuis. Beiden geen helden in yoga maar genoeg doorzettingsvermogen om de les uit te zitten.

Goed nu gaan we echt beginnen. Ik mag lekker op mijn rug blijven liggen, easy peasy. We gooien er wat ademhalingsoefeningen tegenaan en ik merk dat ik echt ontspan. Maar al snel gaat de moeilijkheidsgraad fors omhoog. Yogahoudingen als “ broken wings”, “pigeon”  en “ the frog” vliegen me om de oren en ik doe m’n best me in deze onmogelijke posities te wringen. De soepele turnster van vroeger is ver te zoeken en ik begin lichtelijk te zweten bij deze yin – yoga les, geschikt voor beginners.

De live dj zet zijn laatste liedje in, het einde van de les nadert. Tijd voor de “hero”. Dit houdt in dat je op je knieën zit met je billen tussen je voeten. De bolster ligt achter je ter ondersteuning van de rug. De rug moet dus plat naar achteren? Huh, maar dat is fysiek onmogelijk. Ik kijk links en zie dat alle vrouwen – ofwel slangenmensen – zich al moeiteloos achterover hebben geklapt. Ik kijk naar rechts en schiet in de lach. De yoga juf sleept in een verwoede poging Nicks rug te ondersteunen bolsters, kussens en blokken aan. Ook de andere aanwezige mannen hebben zichtbaar moeite om deze pose 3 tot 5 minuten vast te houden.

Gelukkig is het hierna tijd voor mijn favoriete gedeelte van de les: de savasana, ofwel totale ontspanning van lichaam en geest. Met een nat lavendeldoekje op de ogen en Erin die langskomt voor een kleine maar – o – zo – fijne schoudermassage, komen we weer tot onszelf. 90 (!) minuten later en een héél klein beetje soepeler lopen we de deuren van het lokaal uit, de trap af, terug naar de wereld met normaal flexibele mensen.

Elke Hofmans

www.reisbloggers.com

insta:@reisbloggers


De “boks”op wereldreis

Zo zen als ik net op mijn yogamatje de laatste 10 minuten mediteerde, zo lichtelijk in paniek raak ik nu. Na afloop van de les is er een borrel waarbij ik verschillende mensen uit zeer uiteenlopende culturen ga ontmoeten. Ik beschouw mezelf niet als een sociaal onhandig persoon. Zet me in een groep onbekenden en ik klets met zowel de oma als de hippe transgender neef van de bruid gezellig een eindje weg. Ik weet wanneer  ik een formele hand moet geven (nieuwe collega op werk of de beetje vreemde oudtante van m’n moeder), een kus op de wang of mond (bij een goede vriendin ofwel m’n lekkere vent) of drie zoenen (alles en iedereen ertussenin). 

Een universeel welkom, iedereen snapt de knuffel

In Nederland is deze etiquette voor begroetingen me duidelijk en, merk ik nu ik op Bali zit, ook mijn houvast. Een Fransman kust weer op een totaal andere manier dan iemand uit Spanje knuffelt.  Ah, de knuffel. Een universeel welkom, iedereen snapt de knuffel. Als er iemand op je af loopt met z’n armen wijd, hoef je alleen maar je eigen armen ook te spreiden en je over te geven aan dit warme gebaar. Gelukkig is de knuffel iets wat door veel wereldreizigers gebruikt wordt, geen probleem.

Dan de kus. Om te beginnen wederom in Nederland geen moeilijkheden: drie kussen worden uitgedeeld, iedere partij begint voor de kijkers thuis aan de linkerkant. Over de grens heen neemt de gecompliceerdheid al ietwat toe. Zijn het één, twee of drie zoenen? En opletten! Welke kant beginnen we, want anders geven we elkaar onbedoeld een pakkerd op de mond terwijl mijn vriend naast me staat, denkend “ jaja, daar gaan we weer”.  Maar ach, hij is wel wat klunzige acties van mijn kant gewend.

Het wordt pas echt lastig als de “boks”  om de hoek komt kijken. Hier gaat het vaak mis. De boks is namelijk op erg veel manieren in te zetten. Van redelijk eenvoudig – de boks/ high-five combinatie lukt iedereen wel – naar erg complex. Denk aan: boks – shake – twist – waterballon – sssss – what’s up bro – highfive. Meestal komen mannelijke reizigers hier vrij ongeschonden uit de strijd door het vele oefenen in hun jeugd en een natuurlijk aanpassingsvermogen aan elkaar.

Maar dan de vrouw… De vrouw bokst niet met haar vriendinnen. Oprah en Michelle Obama fist-bumben niet. Geen ervaring dus. Dit zorgt voor veelvuldige ongemakkelijke situaties. Handen die onaangeraakt in de lucht blijven hangen, de boks die met high-five beantwoord wordt of het vervallen in elkaar gewoon onnozel aanstaren. Dit laatste is vaak het geval als het twee vrouwen betreft. Mijn lieve yoga juf en ik hebben elkaar al regelmatig misgebokst. Zie je dus een vrouw op Bali die bij de begroeting wat ongemakkelijk om zich heen kijkt? Maak het voor iedereen makkelijk en geef haar een dikke knuffel!

Elke Hofmans

www.reisbloggers.com

insta:@reisbloggers

The Penthouse een gastronomisch hoogtepunt

The Penthouse, op de bovenste verdieping van de Haagse Toren in Den Haag, geeft aan High Tea en High wine wel een heel bijzondere extra betekenis. Nergens anders in Nederland kun je je buikje vullen op deze hoogte. Het restaurant, direct naast station Den Haag Hollands Spoor, prijkt op 135 meter boven de stad uit en ligt zelfs hoger dan het restaurant van de Eiffeltoren. Behalve van het eten en drinken, kun je er dus ook genieten van een fenomenaal uitzicht.

Penthouse View

Met de lift naar boven is al een ervaring op zich. Hoe hoger je komt, hoe beter het uitzicht. Op de 41ste verdieping aangekomen, kun je met een klein trapje nog een verdieping omhoog naar de 42ste. Daar slaan de meeste mensen direct rechtsaf de deur door naar buiten. Het is tenslotte niet iedere dag dat je Den Haag van boven kunt bewonderen. Je kan, via een soort van galerij, rondom het gebouw lopen. En op een heldere dag, kun je zelfs mijn prachtige woonstad Rotterdam zien liggen.Den Haag gezien vanaf The Penthouse

High Tea

Dan is het tijd om onze buikjes te vullen. We gaan voor de hoogste high tea van Nederland. Dat dit een goede keuze is, blijkt al bij het eerste gerecht, een aspergesoep met een mini quiche. Nu ben ik helemaal geen fan van asperges en dus ook niet van aspergesoep. Maar, zelfs ik vind de soep lekker en mijn kommetje gaat dus ook leeg terug naar de keuken. Terwijl wij van onze thee genieten, verschijnen de sandwiches op tafel; gevuld met humus, gerookte zalm en oude kaas. (Van tevoren hadden wij aangegeven dat we geen vlees wilden en daar hebben ze netjes rekening mee gehouden). Ze zijn stuk voor stuk heerlijk, maar als de zoetigheden op tafel verschijnen, draaien onze ogen en een seconde later ook onze handen daar naartoe.

Scones, mini appeltaartjes, frambozentaartjes, snickertaartjes, truffels, alles gaat er in. En alles is verrukkelijk. Buikjes vol en voldaan zakken we steeds verder weg in onze stoelen. Met nog een laatste thee genieten we na van al het lekkers en van het mooie uitzicht.De heerlijke high tea van The Penthouse

Aanrader

Ben je op zoek naar een unieke locatie om samen met vrienden of familie te genieten van heerlijk cuisine, dan is The Penthouse zeker een aanrader. Vanwege het mooie uitzicht, maar zeker ook vanwege de vriendelijke bediening. Waan je voor een dag in New York in het Nederlandse ‘Strijkijzer’, geïnspireerd op het gelijknamige gebouw in de Amerikaanse metropool. Letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt!

 

Blijf je liever in Rotterdam? Probeer dan eens het fantastische eten bij Bertmans of bezoek Het Schielandhuis .
Volg mij op instagram of lees mijn eigen blog voor meer hotspots, recepten en reistips.

Ulrich is ‘the place to be’ voor heerlijk vegetarisch eten in Wenen

Een stedentrip Wenen doe je voor de muziek, de cultuur en de prachtige architectuur. Maar in Wenen kun je ook heerlijk eten. Ben je, net als ik, niet echt een vleeseter, dan zit je bij Ulrich aan het goede adres. Hier kan je heerlijk, vegetarisch en veganistisch eten voor een schappelijke prijs. En de bediening is ook nog eens super vriendelijk.

Ulrich

Dit geweldige café, restaurant en bar is 7 dagen per week open voor ontbijt, lunch en het diner. Aan de voorkant bevindt zich een klein terras waar je heerlijk in het zonnetje kan zitten, als de gele vriend zich laat zien. Zijn de weergoden je niet gezind? Dan kan je in de informele setting binnen genieten van het heerlijke eten waar Ulrich bekend om staat. Het personeel is vriendelijk en ze hebben ook Engelstalige menukaarten. Heel de dag kun je er genieten van het ontbijt en de gratis wifi. Maar let op: vanaf 17.00 verschijnen de bordje ‘gereserveerd’ op de tafels, want ook de dinergerechten zijn erg in trek.

Huisgemaakt

Ulrich staat bekend om haar heerlijke eten en lekkere drankjes. Helaas konden we niet alle gerechten van het uitgebreide menu proberen, maar wat we wel hebben geprobeerd, was voortreffelijk. Hun soep, salades, cakes, alles is huisgemaakt. Bij Ulrich bakken ze zelfs hun eigen brood. En het is allemaal super lekker. Ook de huisgemaakte limonades en smoothies zijn een aanrader, zeker als je je vitamine intake weer op pijl weer krijgen.

Hotspot

De volgende keer als ik in Wenen ben, zal ik zeker weer een bezoekje brengen aan Ulrich. Ik raad je aan hetzelfde te doen. Deze hotspot is het zeker waard. Wil je in het weekend langskomen? Reserveer dan even van tevoren. Er dwalen namelijk vele Ulrich fans rond in de Oostenrijkse hoofdstad.

 

Breng je liever een bezoek aan de Nederlandse Hoofdstad? Dan mag je de Foodhallen zeker niet overslaan.
Maar ook in de tweede stad van Nederland is genoeg te smullen, stap eens naar binnen bij Bertmans of bij het Schielandhuis.

Voor de Engelstalige versie van dit bericht kun je terecht op eigen blog en volg mij op instagram voor meer hotspots, recepten en reistips.

Ouderwetse gezelligheid in de Foodhallen Amsterdam

De Amsterdamse Foodhallen en de Rotterdamse Markthal; ze openden beiden ongeveer tegelijkertijd hun deuren in 2014. Maar net als dat Amsterdam en Rotterdam elkaars tegenpolen zijn, geldt dat ook voor de Foodhallen en de Markthal. Het ene bevindt zich in een gerenoveerde tramremise, het andere is een architectonisch modern bouwwerk.

Als rasechte Rotterdammer(T) klopt mijn hart natuurlijk voor de havenstad. Het verveelt nooit dat uitzicht vanuit mijn woonkamer op de prachtige bouwwerken van mijn Rotterdam. Je blijft gewoon kijken naar die geweldige plafondschildering van de Markthal. Maar hoe mooi ik dit architectonische icoon ook vind, de sfeer daar haalt het bij lange na niet bij de sfeer in de Foodhallen. Op dit punt legt Rotterdam het echt af tegen Amsterdam. Voor lekker eten, heerlijke drankjes en èchte ouderwetse gezelligheid, moet je in de Amsterdamse Foodhallen zijn!

De Foodhallen

Het geroezemoes en geklingel van glazen komt ons al tegemoet als we De Hallen binnenlopen. Voorbij de Filmhallen (ja die heb je daar ook) slaan we rechtsaf de Foodhallen in. Het is een drukte van jewelste. Overal staan mensen om de volle tafels heen. Dit wordt lastig een plekje veroveren en dat komt niet alleen omdat het zaterdagavond is. Het schijnt hier elke avond zo druk te zijn. Zo om me heen turend, begrijp ik ook meteen waarom. Wat een prachtig ingerichte locatie. En wat ruikt het lekker! We wanen ons in een soort indoor Foodtruck festival. Van Pizza’s en Tapas tot Dim Sum, Bitterballen en heerlijk geurende curries, de hele wereldkeuken vind je hier onder een dak. Een waar walhalla dus voor foodies zoals ik. Maar eerst even een zitplekje zien te veroveren… 

Heerlijk eten

Na 3 rondjes lopen terwijl het water ons bij iedere stand steeds meer in de mond loopt, weten we eindelijk een plek te bemachtigen aan de lange tafels een etage hoger. Om beurten lopen we het trapje af naar beneden op zoek naar de heerlijkste hapjes. De Libanees trekt, maar de geuren uit de Indiase keuken lokken me toch hun kant op. Mmmmm Samosa’s, daar ben ik zo dol op, ik bestel er twee. En doe ook maar een lekkere curry met rijst en salade. Een paar minuten later zitten we heerlijk te smullen. Ik geniet van de smaken uit India en mijn vent gaat helemaal op in de midden oosterse kruiden. Ondertussen raken we aan de praat met een paar Britse toeristen. In de Foodhallen kom je namelijk niet alleen in aanraking met de wereldkeuken, maar ook met wereldreizigers. 

Gezellig drinken

Wederom een wezenlijk verschil met de Markthal. De toeristen die daar komen, bekijken het architectonische bouwwerk en gaan dan weer door. In de Foodhallen komt iedereen gezellig samen voor een hapje en een drankje. Want, ook aan lekkere drankjes kom je hier niets te kort. Naast een heuse Ballenbar, waar je de meest bijzondere bitterballen kunt proeven, heb je namelijk ook een cocktailbar waar je speciaal gebrouwen bier, fantastische cocktails en andere drankjes kan bestellen. De perfecte locatie dus voor je volgende avondje uit. Ik hoor graag hoe je het vond!

 

Blijf je liever in Rotterdam? Probeer dan eens het fantastische eten bij Bertmans of bezoek Het Schielandhuis .
Voor de beste ongezonde pancakes moet je daarentegen naar The Griddle Cafe in Los Angeles.

Volg mij op instagram of lees mijn eigen blog voor meer hotspots, recepten en reistips.

Bertmans: smullen zonder schuldgevoel

Bertmans is sinds de opening in 2015 niet meer weg te denken uit het straatbeeld en zeker niet uit het culinaire adressenbestand van Rotterdam. Waar in de VS het fenomeen ‘all-day breakfast’ al jaren een begrip is, krijgt het in Nederland pas sinds een paar jaar echt bekendheid. En voor een bijzonder goed ontbijt of lunch moet je dan echt bij deze hotspot in Rotterdam Noord zijn.

Voor ieder wat wils

Hier geen tosti, uitsmijter of broodje gezond, maar de heerlijkste ontbijt crumble, de lekkerste gezonde pannenkoeken of wentelteefjes waarvan het water je in de mond loopt. Bij Bertmans toveren ze de meest verrassende gerechten binnen no time bij je op tafel en het is nog voedzaam en lekker ook. Bij deze ontbijt- en lunchroom is er voor ieder wat wils, vooral voor vegetariërs, vegans of mensen met allergieën is het er heerlijk toeven.

Bertmans een feest voor de smaakpapillen

Altijd druk

Het is dan ook geen wonder dat het er altijd helemaal vol zit. Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds kun je hier genieten van wereldse gerechten met seizoensgebonden groenten en fruit. In de kleine maar gezellig ingerichte ruimte zie je de mensen zichtbaar genieten. Het is er dan ook niet makkelijk een tafeltje te krijgen en reserveren is nu alleen mogelijk voor het diner. Gelukkig komt hier binnenkort verandering in.

Bertmans prachtige gelegen aan de Rotte in Rotterdam

Tweede vestiging

Vanaf april opent zich namelijk een tweede, grotere vestiging van Bertmans in hartje centrum. Daar kunnen voortaan ook groepen genieten van de tongstrelende gerechten waar deze lunchroom om bekend staat. En ook het menu zal verder worden uitgebreid waarbij het zelfs mogelijk is de gerechten als ‘take-out’ te bestellen om er thuis van te smullen. Wat mij betreft een hele verbetering vergeleken met De Beren die eerst in dat pand zat aan het Schouwburgplein.

Breakfast everyday

Zoals mijn moeder altijd zei: “Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag!” Dus vanaf nu geen excuus meer, breakfast all day, everyday! Smullen zonder schuldgevoel doe je bij Bertmans!

 

Een andere leuke hotspot in Rotterdam is Het Schielandhuis.
Maar de beste ongezonde pancakes vind je bij The Griddle Cafe in Los Angeles.

Volg mij op instagram of lees mijn eigen blog voor meer hotspots, recepten en reistips.