Een groot mamma taboe: een postnatale depressie.

Vandaag ga ik mijn blog schrijven over postnataal depressief zijn. Iets waar niemand mee geconfronteerd wil worden maar wat 1 op de 10 mamma’s overkomt en helaas hoor ik bij die 1 op de 10.

Dit is best een moeilijk en persoonlijk stuk om te schrijven maar ik doe het toch omdat ik graag het taboe hierover een stukje weg wil nemen en omdat toen ik er zelf midden in zat ik nergens goede informatie kon vinden. Ga er alsjeblieft respectvol mee om! Ik hoop met deze blog mamma’s een inzichtje te geven in hoe je er zo snel mogelijk van af kunt komen.

De voorbodes

Als ik er nu op terug kijk begon mijn depressie al toen mijn eerste zwangerschap een miskraam werd. Ik kon het niet verwerken, ging na een week al weer aan het werk en werd vooral heel bang dat het mij niet gegeven zou zijn om mamma te worden. Die angst nam de overhand en elke keer als ik weer ongesteld werd was ik vreselijk verdrietig en zag ik het niet meer zitten. Ook het feit dat ik toen al 36 was hielp niet, het verergerde de angst dat ik misschien al wel te oud was om zwanger te worden.

Maar gelukkig na vijf maanden was ik al weer zwanger, je zou denken dat de vlag dan uitging maar ik kon er eigenlijk niet van genieten. Mijn hele zwangerschap door voelde ik me donker en vaak verdrietig. Dit vond ik heel erg, ik had me er zo op verheugd en nu kon ik er niet van genieten. Gelukkig zeiden veel mensen tegen mij dat dit de hormonen waren en dat meer vrouwen hier last van hadden, zo kon ik het een beetje accepteren.

De bevalling

Flynt werd precies op de uitgerekende dag geboren na een zware en heel pijnlijke bevalling. In het ziekenhuis ging er veel mis. Hij dronk niet meteen goed en had een verhoogde infectiewaarden en de artsen maakte ons bang met verschillende aannames. Drie weken lang hebben wij heen en weer naar het ziekenhuis gemoeten om bij onze zoon te kunnen zijn en iedere keer waren we bang voor hoe we hem aan zouden treffen.

We mochten naar huis en toen stortte ik in. Tranen die niet meer wilde stoppen en overal bang voor, zo bang dat ik weg kroop onder de tafel, huilend in een hoekje zat. Nu denk je misschien: ‘ja maar dat hebben toch veel nieuwe mamma’s’. Ja misschien wel maar dat je het op een gegeven moment niet meer ziet zitten en denkt dat iedereen beter af is als jij er niet meer bent dat hebben ze hopelijk niet.

Als Flynt begon te huilen brak bij mij het zweet uit, druppels liepen over mijn rug en ik werd ook heel misselijk. Het idee dat hij niet zou stoppen met huilen en ik nooit meer zou kunnen slapen namen de overhand. Iets wat totaal niet reëel was voelde voor mij als de ultieme waarheid. Dit kon zo niet langer meer, zo wilde ik me niet voelen, hier moest ik van af: ik belde de huisarts

Acceptatie en hulpverleningstraject

Gelukkig was er bij mij in de buurt een goede gespecialiseerde GGZ instelling waar ik direct te recht kon. Na een intake, viel ik eigenlijk nog dieper omdat ik alles had moeten vertellen, ik leefde in een constante herbeleving van alles wat er in het ziekenhuis was gebeurd en durfde het huis niet meer uit. De GGZ instelling handelde snel en een dag later zat ik bij de psychiater, kreeg ik antidepressiva voorgeschreven en slaappillen. De psychiater probeerde mij gerust te stellen, over een paar weken zou ik er veel beter bij zitten, de komende weken moest ik mezelf op overlevingsstand zetten en hulp inschakelen. Ondertussen zouden we ook een traject starten bij een psychotherapeut.

Jawie was inmiddels a weer aan het werk en ik was vaak alleen thuis met Flynt, dit verergerde mijn klachten, ik kon zo niet tot rust komen dus besloot ik in overleg met Jawie, psychotherapeut, mijn schoonouders en mijn eigen mamma dat ik bij mijn moeder zou gaan wonen tot alles wat rustiger werd. Acht weken lang hebben mijn schoonouders mijn moeder, Jawie en ik met z’n allen voor Flynt gezorgd. Ik deed het veel overdag met altijd iemand in de buurt en de avonden kon ik slapen, ging ik om 20.00 naar bed en stond ik om 08.30 op. De voedingen werden ’s avonds opgevangen door mijn moeder, schoonmoeder en Jawie. Overdag stond ik nog op overlevingsstand en leefde ik toe naar de avond, dat ik eindelijk kon gaan slapen en de verantwoordelijkheid even los kon laten.

De medicijnen sloegen aan maar ik had ook mega veel bijwerkingen. Avonden hing ik boven het toilet van de misselijkheid en in het begin werden mijn angsten ook veel erger maar uiteindelijk kwam er balans. Dit begon met de ochtenden dat ik me goed voelde en bouwde zich uit naar de middagen. Het ging allemaal wel heel langzaam maar er zat wat beweging in.

Goed zorgen voor mezelf

Mijn energie kwam langzaam terug en ik voelde me weer meer mezelf worden maar een echte doorbraak kwam maar niet, ik moest iets extra gaan doen. Op mijn aandringen hebben de psychiater en ik toen EMDR gedaan, drie sessies en daar knapte ik echt van op! Sporten helpt ook om weer positieve energie aan te maken dus ging ik af en toe naar de sportschool. Ook nam ik iedere week een ayurvedische massage. Zo maakte ik weer meer contact met mijn lichaam en minder met de angsten in mijn hoofd! Weer mezelf voelen betekende ook dat ik de laatste kilo’s van de zwangerschap kwijt wilde, vandaar dat ik me aanmeldde bij Ladyline zoals je in mijn eerdere blog hebt kunnen lezen: https://carrieremamma.nl/2017/03/18/cadeautje-aan-mezelf/

Weer het normale leven oppakken

Uiteindelijk ging ik na 8 weken weer thuis wonen. Het allerbelangrijkste om deze stap te kunnen zetten waren goede afspraken met mijn netwerk om mij heen. Mijn moeder en mijn schoonmoeder zouden allebei een dag in de week oppassen en een goede vriendin van mij zou stand-by staan als ik het niet meer aankon. Belangrijk voor mij was ook dat ik mijn werk weer een beetje kon oppakken, ben niet voor niks een carrière-mamma J. Dat kon ik mooi doen als één van de oma’s oppaste.

 

Hoe het nu verder met me gaat? Dat lees je in de blog van de volgende keer.

 

www.carrieremamma.nl